Veluwse Klokbeker
De klokbeker werd door de Leidse archeoloog dr. August Edward Remouchamps in 1927 gevonden bij onderzoek aan grafheuvels aan de oostkant van de Wageningse Berg. Lees verder
Bronsschat
In 1840 vond een boer in de Wageningse Eng in het plantgat voor een eikenheg een hele rits bronzen voorwerpen.
Een stenen en een bronzen bijl, een dolk, een soortement hellebaard, een paar klinknagels, een graveerstift, een paar armbanden en een heleboel ongeregeld kleingoed. Deze “Wageningse bronsschat” behoort tot de topstukken in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden.
In Wageningen is daarvan een niet van echt te onderscheiden kopie te zien.
Randbijl met dwarsribbe
Onderwijzer Hans Roelofs zag onmiddellijk dat hij met zijn metaaldetector iets bijzonders had opgespoord. Dat was in 1988, nabij de Buissteeg in de Wageningse Eng. De deskundigen konden zijn vermoeden ten volle bevestigen. Het was een zgn. randbijl met dwarsribbe uit de Midden Bronstijd, zeg 1600 voor onze jaartelling.
Vroegmiddeleeuwse gesp
Niet slechts één gesp, maar vele tientallen hebben de eeuwen getrotseerd op de vroegmiddeleeuwse begraafplaats in de Wageningse Eng. Net zo goed als grote aantallen spelden, kralen, potten, messen, bijlen en een bescheiden aantal zwaarden, speren en ander krijgshaftig tuig – allemaal aan het licht gebracht tijdens drie grote graafcampagnes, in 1927, 1949 en 1980 / 1981. Het Wageningse grafveld is met dat al niet een van de rijkere in zijn soort, wel een van de grootste in ons land.
Vogelvluchtkaart van Wageningen
De vogelvluchtkaart van Wageningen komt uit de eerste Nederlandstalige historie van Gelderland, getiteld “XIV Boeken van de Gelderse geschiedenissen van 't begin af vervolghd tot aan de afzweeringh des konincx van Spanien”, In de XIV Boeken zitten vogelvluchtkaarten van de Gelderse regio's en van steden. Die zijn allemaal van de hand van de vermaarde cartograaf Nicolaes van Geelkercken. Het gemeentearchief van Wageningen is in het bezit van de complete uitgave.Nicolaes van Geelkercken, geboren in 1585 (of '86) in (of bij) het nu Duitse Geilenkirchen, was sinds 1628 in dienst als officiële landmeter van de provincie Gelderland.
De Bijbel van L.A. Torck
Toets aan de Schrift alleen gemoed en oordeel
Ontdek u in dit cristalijne glas
Rust niet, maar trek hier uit uw geestlik voordeel
Kiest tot uw loon Die eeuwig blijft en was.
Het is een indrukwekkend boek, de bijbel van Lubbert Adolph Torck, die in De Casteelse Poort wordt bewaard. Voorin staat een vroom rijmwerk op de naam Lubbert Adolf (hier met f ) Tork (zonder c).
De Capitulatie pen
Dit is de vulpen waarmee Charles Foulkes op 5 mei 1945 in hotel De Wereld in Wageningen de “Instrument of Surrender of 25th German Army” heeft ondertekend.
De Canadese generaal is de pen zelf in Wageningen komen overhandigen. Dat gebeurde op 3 mei 1948, tijdens een buitengewone vergadering van de gemeenteraad, waarin hij werd geïnstalleerd als Ereburger van de Stad Wageningen.
Miniatuur van Joods gedenkteken
In vergelijking met het twee meter hoge, twee ton wegende monument een paar straten verderop is de miniatuuruitvoering ervan – in het museum – heel bescheiden. Het joods gedenkteken in Wageningen kwam pas laat tot stand, zeker voor een gemeente die zich graag de ´stad van de bevrijding´ noemt. Maar het mag gelukkig wel tot de indrukwekkendste in zijn soort worden gerekend.
Eppo Doeve
Eppo Doeve (1907-1981) De Aardappeleters 185 x 165 cm, olieverf op doek op hardboard geplakt
Anonieme schenking, oktober 2019
Doeve kwam in 1927 uit Bandung om in Wageningen Koloniale Landbouw te studeren. Hier begon tijdens zijn studietijd zijn carrière als illustrator en tekenaar. Later werd hij één van de bekendste en meest geliefde Nederlandse tekenaars. Hij werkte o.a. voor de Haagsche Post, de Avro-bode, de Groene Amsterdammer en Elseviers Weekblad.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog woont hij in Blaricum en duikt hij onder in het Brabantse Vlijmen. Zijn werk als tekenaar stagneert in deze periode en hij begint met het schilderen van portretten.
'De Aardappeleters' kan opgevat worden als een hommage aan Van Gogh en het verbeeldt de zorgen om het bestaan tijdens de oorlog. Het schilderij is lang particulier bezit geweest en werd voor het eerst tijdens de expositie Eppo Doeve, terug in Wageningen in het openbaar geëxposeerd.